Basisbegrip 22: Abductieve redenering

Je bent aan het wandelen in het park en ziet een jong vogeltje op de grond liggen. Wanneer je omhoog kijkt, zie je een nest met een grote vogel die onrustig naar beneden kijkt. Je hoort ook getjilp uit het nest komen. Je voor de hand liggende conclusie is dat het pasgeboren vogeltje uit het nest is gevallen.


Dit is een voorbeeld van abductief redeneren. Abductief redeneren is in feite redeneren op basis van gegevens in de richting van een situatie of ‘hypothese’ die als verklaring voor genoemde gegevens of hypothese kan gelden. In dit voorbeeld heb je het vogeltje niet uit het nest zien vallen, maar heb je afgeleid dat dit waarschijnlijk gebeurd is uit het feit dat er een hulpeloos, pasgeboren vogeltje op de grond ligt onder een nest met een moedervogel en andere jonge vogeltjes.


Abductief redeneren is afleiden dat een bepaalde hypothese waar is omdat hij aanwezige gegevens causaal verklaart.  




Figuur 2.24



De term ‘abductief’ is afgeleid van het Latijnse ab (van) en duco (leiden), wat inhoudt dat men abductief ‘terugredeneert’ vanaf een bepaald verschijnsel naar een eerdere gebeurtenis die het verschijnsel veroorzaakt.

In de eenvoudigste vorm gaat het bij abductief redeneren om één hypothese en gaat men ervan uit dat de hypothese het gegevene wel of niet verklaart. Soms is er sprake van meerdere hypothesen (bijvoorbeeld: een vogeltje is uit het nest gevallen; een vogeltje is uit het nest gegooid; een vogeltje is door een onderzoeker op de grond gezet; enzovoort). De meest waarschijnlijke hypothese wordt als de waarheid aangenomen. In deze uitgebreide vorm wordt abductief redeneren ook wel ‘afleiden tot de beste verklaring’ genoemd.

Abductief redeneren komt vaak voor. Het is de meest gebruikte vorm van redeneren in gebieden zoals:

  • Het stellen van een medische diagnose, waarbij de arts de bron van de diverse symptomen van een patiënt probeert vast te stellen.
  • De wetenschap, die als een van de hoofddoelen het beschrijven van de oorzakelijke structuur van de wereld heeft en waarin wetenschappers voortdurend de waarheid van causale proposities proberen af te leiden (bijvoorbeeld dat aids wordt veroorzaakt door een infectie met hiv).
  • Het oplossen van problemen, waarbij we de onderliggende oorzaak van een bepaald probleem proberen vast te stellen, zoals een auto die niet wil starten.


In de basisvorm vertoont abductief redeneren een opmerkelijke overeenkomst met het deductieve redeneerpatroon dat de drogreden van de bevestiging van de consequens wordt genoemd. De structuur daarvan is als volgt: in geval van P volgt Q; als Q waar is, is er dus sprake van P. Bijvoorbeeld: als het regent, is het nat buiten; het is nat buiten, dus regent het. De bevestiging van de consequens is een bekende drogreden in de deductieve logica; oppervlakkig gezien hebben we te maken met een geldige deductieve redenering, maar de premissen garanderen de stelling niet (het kan buiten bijvoorbeeld nat zijn omdat de sneeuw smelt).

Dat wil echter niet zeggen dat abductie in alle gevallen een misleidende vorm van redeneren is. Een abductieve redenering ‘garandeert’ de stelling weliswaar niet, maar maakt deze wel waarschijnlijker. De mate waarin dit gebeurt bepaalt de kracht van de redenering en deze hangt af van de betrouwbaarheid van de gegevens, de aannemelijkheid van de hypothese als verklaring van de gegevens en de relatieve aannemelijkheid van alternatieve hypotheses. Conclusies worden voorlopig of tijdelijk getrokken omdat de gegevens altijd kunnen veranderen of omdat zich een andere, meer aannemelijke hypothese kan aandienen.


Zie ook: