Basisbegrip 19: Redeneerpatronen

Redeneringen worden op zeer veel verschillende manieren gebruikt. Binnen dat brede scala bestaan er uiteraard belangrijke overeenkomsten en verschillen tussen redeneringen, die we op basis daarvan kunnen onderverdelen in verschillende typen. Bepaalde typen redenering komen regelmatig voor: 


Een redeneerpatroon is een veelvoorkomende, specifieke structuur van een redenering.


Redeneerpatronen kunnen nuttig zijn bij het redeneren en kritisch denken: 

  • Begrip. Als we bekende redeneerpatronen herkennen, kunnen we de redenering beter volgen, zeker wanneer deze complex is. 
  • Constructie. Onze redeneringen worden effectiever als we ze opbouwen uit bekende onderdelen. 
  • Evaluatie. We kunnen onze kennis van de sterke en zwakke punten van een bepaald redeneerpatroon gebruiken om de kwaliteit van een nieuwe redenering volgens dat patroon snel in te schatten. 


Voorbeeld
Vaak redeneren mensen als volgt: 


Als die vulkaan op het punt stond om uit te barsten, zouden we trillingen voelen. Er zijn echter geen trillingen, dus voorlopig zijn we veilig. 


Dit patroon komt zo vaak voor, en is zo bruikbaar, dat het een Latijnse naam heeft gekregen: modus tollens. Met behulp van symbolen kunnen we dit patroon als volgt weergeven: 


Als P waar was, zou Q ook waar zijn. Q is niet waar. Daarom is P ook niet waar. 


Waarbij P staat voor de bewering ‘de vulkaan staat op het punt om uit te barsten’ en Q voor ‘we voelen trillingen’. 


Redeneringen die het patroon van een modus tollens volgen, hebben de prettige eigenschap dat ze geldig zijn. Dat betekent dat, als de premissen waar zijn, ook de stelling waar is. Stel: we willen de redenering evalueren, dat wil zeggen bepalen in hoeverre de redenering de stelling ondersteunt. Zodra we zien dat de redenering het patroon van de modus tollens volgt, dan weten we meteen dat we ons volledig kunnen concentreren op het onderzoeken of de premissen al dan niet waar zijn. 


Verschillende soorten redeneerpatronen 

Er zijn tientallen, misschien wel honderden redeneerpatronen, waaronder: 

  • Eenvoudige deducties, zoals de modus tollens. • Inductieve redeneerpatronen, bijvoorbeeld statistische generalisatie om verkiezingsuitslagen te kunnen voorspellen. 
  • Abductieve redeneerpatronen, waarbij een bepaalde hypothese wordt afgeleid omdat hij aanwezige gegevens causaal verklaart. 
  • Redeneerpatronen die bij een bepaald vakgebied horen, zoals een juridisch betoog. 
  • Drogredenen – veelvoorkomende redeneerpatronen die meestal een gebrekkige redenering opleveren. 


Ken uw patronen 

Redeneren en kritisch denken voor gevorderden vereist dat je vertrouwd raakt met een groot aantal redeneerpatronen. Je kunt dit vergelijken met het deskundig worden op allerlei andere terreinen. Een jazzmusicus bijvoorbeeld krijgt door jarenlang luisteren en oefenen een groot gevoel voor een hele verzameling melodieën, akkoordensequenties en ritmes. Daardoor kan hij of zij schijnbaar moeiteloos optreden. Met redeneren is het net zo; redeneerpatronen zijn vergelijkbaar met ritmische basispatronen of muzikale motieven.


Zie ook