Basisbegrip 18: Afleidingsbezwaar
Over het algemeen zijn bezwaren gericht tegen beweringen; bezwaren vormen het bewijs dat beweringen niet kloppen. Soms vormen die beweringen zelf de premissen van een andere redenering. In die gevallen komt het bezwaar er in feite op neer dat de redenering niet klopt omdat een bepaalde premisse niet waar is. In andere gevallen lijken bezwaren niet tegen een premisse gericht, maar tegen de afleiding van de hoofdstelling uit de premisse(n).
Voorbeeld:
Susanne: Het gaat slecht. De economie staat stil. Het is de schuld van president Steunbeer. Alles ging prima totdat hij werd verkozen. Loes: Waarom ligt het dan aan Steunbeer? De economie kan door allerlei andere oorzaken in het slop terecht zijn gekomen.
Loes maakt geen bezwaar tegen Susannes premisse dat alles prima ging totdat Steunbeer werd verkozen. Ze is daarentegen van mening dat uit de premisse (ook al is die wellicht waar), gewoon niet blijkt dat premier Steunbeer de economie heeft geschaad.
Een afleidingsbezwaar is een bezwaar tegen de kennelijke link tussen de premissen en de stelling van een enkelvoudige redenering.

Figuur 2.16 Een standaardbezwaar

Figuur 2.17 Een premissenbezwaar

Figuur 2.18 Een afleidingsbezwaar
Omzetting naar een premissenbezwaar

Figuur 2.19
Hoe kunnen we de algemene definitie van een bezwaar (dat wil zeggen, een reden om aan te nemen dat een bewering niet klopt) verenigen met het idee van een bezwaar tegen een afleiding (in plaats van een bewering)? Dat doen we door ons te realiseren dat een afleidingsbezwaar in feite een bezwaar is tegen een nog niet uitgesproken premisse. Als we alle premissen van de oorspronkelijke redenering op de juiste manier verwoorden, komen we vanzelf tot de ontdekking dat het afleidingsbezwaar betrekking heeft op een van de toegevoegde premissen.
In het voorbeeld hierboven gaat Susannes redenering uit van de onuitgesproken aanname dat Steunbeer de verandering in de economie moet hebben veroorzaakt. Tegen die aanname is Loes’ bezwaar gericht.
Echte afleidingsbezwaren
Een echt afleidingbezwaar bestaat uit meer dan alleen de uitspraak dat de stelling niet uit de premissen volgt. Hij moet ook een reden bevatten waarom de stelling er niet uit volgt.
Redenering: Voetbal moet wel de leukste sport zijn, want er spelen meer mensen voetbal dan welke andere sport ook. Bezwaar: De leukste sport is niet per se de sport die het meest wordt gespeeld.
In dit voorbeeld bestaat het bezwaar eenvoudig uit de ontkenning van de onuitgesproken co-premisse dat de leukste sport die sport moet zijn die het meest wordt gespeeld. Een echt bezwaar zou nog meer bewijs bevatten, bijvoorbeeld de bewering dat het aantal mensen dat een bepaalde sport beoefent tevens wordt beïnvloed door bepaalde historische en culturele factoren, en niet alleen door de aard van de sport zelf.
Zie ook: Basisbegrip Bezwaar