Basisbegrip 6: Reden

Het woord ‘reden’ kan van alles betekenen. Als we het echter hebben over redeneringen en logica, gaat het ons om een bepaalde betekenis, namelijk:


Een reden is een groep beweringen (ook wel premissen genoemd), die gezamenlijk het bewijs vormen dat een andere bewering waar is.


Dit soort redenen wordt bewijsvoerende redenen genoemd. Ze vormen een contrast met een andere groep van redenen, namelijk de verklarende redenen of verklaringen.

Hoewel een reden bestaat uit een groep samenhangende beweringen, wordt in het dagelijks taalgebruik meestal slechts een van die redenen daadwerkelijk gepresenteerd. In dergelijke gevallen verwijzen mensen vaak naar die ene bewering als dé reden, hoewel deze strikt gesproken slechts een deel van de reden vormt.


Redenen en bewijs

Wat betekent ‘het bewijs vormen dat een andere bewering waar is’? De achterliggende gedachte is dat als de reden klopt, de premissen het waarschijnlijker maken dat de stelling klopt. We hebben diverse manieren om dit speciale verband te benoemen:

  • Een reden ondersteunt de stelling.
  • Een reden verleent gewicht aan de stelling.
  • Een reden verleent geloofwaardigheid aan de stelling.
  • Een reden vormt grond om de stelling aan te nemen.
  • De reden bewijst de stelling (op voorwaarde dat het om een goede reden gaat).
  • De stelling kan worden afgeleid uit de reden.



Figuur 2.7


Goede en slechte redenen

Wat maakt een groep beweringen tot een reden? Antwoord: als die groep wordt behandeld als bewijs voor een bewering. Iets is een reden als het oprecht door iemand wordt geopperd of geaccepteerd als reden.

Dat heeft één ingrijpend gevolg: redenen kunnen slecht zijn. Degene die de reden oppert vindt het waarschijnlijk een goede, maar hoeft daarin geen gelijk te hebben.

Wanneer is een reden dan wel goed? Er zijn twee kenmerken die betrekking hebben op de kwaliteit van een reden. Een goede reden is:

  • Welgevormd. De reden moet de juiste vorm hebben. De premissen moeten op de juiste manier verband houden met de stelling en met elkaar.
  • Sterk. De reden moet zodanig van aard zijn dat de stelling er een stuk waarschijnlijker door wordt dan wanneer deze er niet was.


Deze kenmerken zijn niet onafhankelijk van elkaar. Om sterk te kunnen zijn, moet een reden welgevormd zijn. Toch blijft het verstandig om beide kenmerken afzonderlijk te evalueren.


Zie ook: Basisbegrip Redenen evalueren